Oorlogsverhaal van Willem Bastiaan Leenheer 1940-1945

Opgepakt door de Duitsers, brieven uit de Gevangenis. De aanklacht en het Vonnis door de beïnvloede rechters.

Inleiding

Op deze pagina kunt verhalen lezen die over onze Opa Willem Bastiaan Leenheer gaan, wat wij aan verhalen hebben gehoord en wat in ons bezit is gebleven. Onze opa werkte mee voor het verzet en had een geweer en documenten verstopt voor de Duitser in het kolenhok van het PTT postkantoor te Gorinchem en werd helaas opgepakt en gearresteerd.

Hij werd gevangen gezet in de meer bewaakte gevangenis te Vught, gezien de Duitsers bang waren voor het Verzet.  

Verhaal wat bij de Arrestatie hoorde. Ik kan net nog een briefje schrijven maar wel moeilijk zonder bril

Officieele Envelop door de staatspolitie uitgeven.

Ontheffing bewijs voor de Postbodes (PTT) 

 Willem nog voor dat hij werd opgepakt

Willem Leenheer was gek op zijn tuin en had toen ook al Tabaksplanten, waar later mee geruild werd voor Vlees.

Willem hield van zijn tuin en land, dit is later te lezen in de brieven uit de gevangenis. Hij maakte zich druk om het poten van de aardappels en het oogsten van de bonen en nog meer.

Marinus Spronk leidde de verzetsgroep Tussen de Rivieren. Kijk een bij het Relaas van Marinus Spronk

Ook de neef van onze Opa, Boudewijn Dirk Leenheer zat in het verzet. 

Geboren te: Kuinre op 30 september 1920 Omgekomen in: Kamp Vught op 4 augustus 1944, 23 jaar

Boudewijn Leenheer is de zoon van het hoofd van de openbare school in Jubbenga. Als klerk van het bevolkingsregister werkt Boudewijn Leenheer onder meer in Zutphen en Amsterdam. In Amsterdam sluit Boudewijn zich aan bij het verzet en wordt gepakt. Zij ouders weten niets van het verzetswerk van hun zoon en na diverse zoekacties horen ze dat Boudewijn in Kamp Vught zit.

Op 28 augustus 1944 krijgen de ouders een pak kleding van hun zoon toegestuurd met daarbij de mededeling dat Boudewijn op 4 augustus 1944 in Kamp Vught is gefusilleerd.

 

Brieven: Door Willem Leenheer uit de Gevangenis te Rotterdam en Later Vucht

Aanklacht: De originele Aanklacht met alle vergrijpen volgens de Duitsers

Het Vonnis: Het Oordeel van de Duitsers was voor enkelen zeer noodlottig (de Doodstraf)

Documenten: Diverse Documenten en Brieven t.a.v. de Oorlog. Uitverkoop Moffen Meiden, de verraders.

 

Brieven en Dankbetuiging na het Overleiden van Willem Bastiaans Leenheer in het Tucht/strafkamp in Kassel (Duitsland)

 

Willem Leenheer word opgepakt,  mijn vader vertelde, dat zijn vader verstopt zat op het landje naast de spoorlijn van Gorinchem tegenover het station en dat er meer mensen van de PTT zich daar schuil hielden. 

De Duitser waren op speurtocht naar de mensen van het verzet en liepen alle adressen af, die op de lijst voorkwamen van de SS. De vrouw van Opa Willem, Antonia Groeneveld-Leenheer hield de Duitsers voor de gek en vertelde dat haar man de stad uit was, de Duitsers geloofde er niets van en zette haar onder druk, als zij het niet zou vertellen waar haar man zich verborgen hield,  dan zou zij de kogel krijgen en haar kinderen nooit meer zien.

Helaas door deze bedreigingen moest zij onder dwang wel vertellen dat haar man werkte op hun volkstuin tegenover het station. Briefwisseling en documenten. 

Op 21 september 1944 werd Leenheer opgepakt nadat hij lang uit de handen van de Duitsers wist te blijven.

Hij werd op het landje/volkstuin samen met nog 15 mensen van 't postkantoor( PTT) vervoerd naar Rotterdam voor verhoor door de Rivierpolitie en werd hierna naar de strafgevangenis van Utrecht gebracht, waar hij verbleef in kelder/cel 2. 

 

Hier schreef hij met postlood een briefje dat werd de cel uit gesmokkeld waarbij hij vroeg aan het Thuisfront/vrouw/gezin, om hem zijn bril te laten komen brengen. Deze bril heeft hij later pas met veel omwegen gekregen.

24 juni komt er een brief van Leenheer uit de strafgevangenis  van Utrecht, hij word overgeplaatst naar Vught waar hij voor de hoor/verhoor zitting moet komen op 21 juli. 

Eén van de dochters van Leenheer, (onze tante Lena) gaat samen met haar moeder  Antonia Groeneveld-Leenheer en zwager Leen Pol naar Vught.

Tante Lena verteld, dat zij werkte in het Sanatorium te Laren en was net vrij zodat zij de zitting kon bijwonen. Het was een gevreesde dag voor de familie Leenheer, het was best eng gezien Leenheer werkte voor het verzet, net als de anderen en de rechtbank was zwaar bewaakt.

Mijn tante vertelde dat in de rechtbank op elke hoek van de zitbanken soldaten zaten met een geweer.

Mijn tante vertelde dat dhr. van Keuberg pleit voor de Bie en Bos. Dhr. Ravenswaay pleit voor Leenheer en Ravenswaay vertelde  commissie dat Leenheer last heeft van aderverkalking en een goedig mens is. De zitting heeft een pauze van 12:00 uur t/m 15:00 uur, de vrouw van opa en tante Lena zwaaiden nog even naar pa, zo vertelde mijn tante Lena dit aan mij. 

Zij moesten de tijd doorkomen en praatte met de ander partners/familie van de gedagvaarden. Mevrouw de Bie hoopt op geen doodstraf voor haar man, wat hij later wel zal krijgen. Lees Later het vonnis voor de Verdachten.   

De Directeur van de P.T.T om gratie. Tante Lena en haar moeder mogen 1 minuut praten. Zij vertellen, dat Pa er heel anders uit ziet nu zo zonder snor en heel mager. Pa vertelde, dat hij zich nog geen zorgen maakte en zegt, ik red mij wel, ik heb hier kennissen. Moeder zegt, ga maar vader en vraagt , zien we je terug? Er stonden veel mensen te kijken op het station toen de trein weg reed naar Duitsland, Leenheer  en de andere werden getransporteerd naar het tuchthuis in Kassel in Duitsland. 

Tante Lena vertelde, ik moest weer naar huis en moeder ook, ik moest weer werken in Laren en hierna kreeg ik 1 maand vakantie en ik ben naar onze familie in Friesland gegaan. Boudewijn werkte in Amsterdam bij bevolkingsregister en wist te vertellen dat ze wel pakjes op mochten sturen naar Duitsland en hij wist de weg, hoe dat te doen was.  Boudewijn Leenheer zat bij de ondergrondse/verzet en werd niet lang erna gefusilleerd voor het vuurpeloton, hij werd verraden door een zeer goed vriendin van hem.

Ik moest weer terug naar Laren en hierna naar Gorinchem, maar ik kon op 10 september niet terug naar huis, er reden geen treinen, dit door de vele bommen die vielen.

Ik ga niet meer werken in de verpleging in Laren en ben nu hard nodig in het ziekenhuis van Gorinchem. Door het strenge regiem daar in Kassel en het harde werken en de ontbering aan bijna alles is onze Opa helaas overleden aan totale uitputting. Het was voor deze verzetsheld heel jammer, de oorlog was bijna afgelopen, maar het mocht niet meer baten. 

Mijn vader vertelde ons, wij wisten niet wie wij konden vertrouwen, je moest zo voorzichtig zijn, want naast ons woonde een Nsb familie.

Iemand, heeft Willem Leenheer en Hendrik de Bie verraden, mijn tante vertelde dat De Bie en Leenheer, samen werkte in het Postkantoor en daar de karabijn aan het testen waren en vuurde schoten af in het stookhok op een kolenberg. Ook hadden ze daar springstof en munitie verstopt en vuurwapens. Mijn Opa, was net als de Bie, brievenbesteller en opa moest zorgen voor de verwarming van het postkantoor.